Ga naar inhoud

DBC Deep Dive: Markets in Crypto-Assets Regulation Deel 2 - Bestaande wetgeving voor crypto

Dit artikel is onderdeel van de reeks #DBCDeepDives over Digital assets en Web 3.0 in samenwerking met LekkerCryptisch

De Markets in Crypto-Assets Regulation, doorgaans ‘MiCA’ genoemd, haalt regelmatig het (crypto-)nieuws. De totstandkoming van deze Europese Verordening nadert voltooiing. In deze mini-serie behandelen we de belangrijkste elementen van deze Verordening, de belangrijkste betrokken instituties en het wetgevingsproces én bestaande regelgeving.

In dit tweede deel zoomen we in op de bestaande wetgeving waar MiCA een aanvulling op moet worden.

Update: De triloog, zoals de onderhandeling tussen de Europese Commissie, Het Europees parlement en De Raad over wetgevende voorstellen wordt genoemd, heeft donderdag 30 juni een akkoord bereikt over de MiCA Verordening. Hiermee wordt ingezet op versterking van de bescherming van de consument en Europese monetaire soevereiniteit en gelijktijdig ruimte geboden voor de mogelijkheden die crypto-assets kunnen bieden.

Lees in deel 1 van deze mini-serie terug welke rollen deze organen spelen bij de totstandkoming van wet- en regelgeving.


Bestaande wet- en regelgeving voor crypto
In Nederland is al regelgeving van toepassing op crypto. Voor crypto specifiek zijn er bepalingen in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Sanctiewet. In de Wwft is de vijfde Europese anti-witwasrichtlijn ( AMLD5) geïmplementeerd. AMLD5 kent bepalingen voor onder andere wallets en de wisseldienst van crypto naar fiat-geld zoals euro’s (dus niet van crypto naar crypto). Op grond van AMLD5 moeten Nederlandse cryptodiensten zich o.a. registreren bij De Nederlandse Bank (DNB), gedegen cliëntonderzoek doen (Know Your Customer- kortweg KYC) en hebben ze een meldplicht voor ongebruikelijke transacties. 


De Sanctiewet geldt in principe voor iedereen, ook voor individuen. Voor bepaalde partijen is actief toezicht geregeld, voor crypto is dat bij DNB ondergebracht. Op basis van de Sanctiewet moeten aanbieders van cryptodiensten controleren of hun cliënten en eventuele Ultimate Beneficial Owners (UBO’s) op een (Europese dan wel nationale) sanctielijst staan en moet daadwerkelijke overeenkomsten met een sanctielijst (‘hits’) melden bij DNB.


Daarnaast geldt ook meer algemene wetgeving, zoals het strafrecht en de Wet op de Economische Delicten waaronder onder andere oplichting en fraude vallen. Het algemene consumentenrecht is ook van toepassing, waarin onder andere bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken is geregeld. En het civiele recht geldt natuurlijk ook, bijvoorbeeld voor zover het contractuele afspraken betreft.


EU Sandbox: DLT Pilot Regime

In navolging van onder andere Singapore lanceert de EU binnenkort het zogenaamde Distributed Ledger Technologies (DLT) Pilot Regime, een experimenteel regime gedurende 5 jaar om financiële instrumenten te verhandelen via DLT. De EU ziet mogelijkheden om de handel in financiële instrumenten efficiënter te maken ten opzichte van de huidige situatie en wil de ruimte bieden om te experimenteren. De definitieve tekst voor het DLT Pilot Regime is er, het wachten is nu op de publicatie.


Internationale standaarden

De afgelopen jaren zijn er ook internationale standaarden in het leven geroepen voor crypto. Zo heeft de Financial Action Task Force (FATF) in 2019 virtuele valuta toegevoegd aan de standaarden. In die standaarden zijn onder andere het klantonderzoek (KYC) vastgelegd, de meldplicht voor verdachte transacties, een registratie- of vergunningsplicht voor cryptoplatforms en doorlopend toezicht. De standaarden op zich hebben geen directe werking en zullen dus in elk land moeten worden vertaald naar lokale wet- en regelgeving.



Wat is er nog niet geregeld?

Niet alle cryptodiensten vallen onder de huidige regelgeving. En er is in Nederland nog geen Travel Rule voor cryptodiensten. Dat wil zeggen; de verplichting dat financiële instellingen bepaalde informatie doorgeven aan de volgende financiële instelling, bij bepaalde overdrachten van fondsen waarbij meer dan één financiële instelling betrokken is. Dit gaat wel geregeld worden met een andere voorstel van de Europese Commissie. Ook is er geen (actief) toezicht op consumentenbescherming, geldt er geen bescherming van het depositogarantiestelsel en er is nog geen (actief) toezicht met het doel om marktmisbruik, bijvoorbeeld pump & dump, tegen te gaan.